Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [45]Toen zeide Daniel [46]tot Melzar, dien de overste der kamerlingen [47]gesteld had over Daniel, Hananja, Misael en Azarja: 45. Te weten toen hij merkte dat de overste der kamerlingen zulks door de vingers zag, als hij maar buiten gevaar en verwijt mocht blijven. 46. Anders, tot den bezorger, uitdeler, bottelier, keukenmeester, schaffer. 47. Te weten om hun spijs en drank te geven en zorg te dragen over hunne opvoeding.